Vier collega's, twee generaties, één passie

Vier collega's, twee generaties, één passie

Vier collega's, twee generaties, één passie

Of je nu oud of jong bent. Leren kun je nog elke dag. Ook van elkaar. We spraken vier verpleegkundigen  in opleiding over hun gezamenlijke passie: persoonlijke en betrokken zorg bieden aan hun cliënten.

Wijkverpleegkundige zijn, is het mooiste vak: voor Anja Leeuwangh (57), Jenneke van Bennekom (43), Carlijn van Nieuwkoop (21) en Ineke de Ruiter (23) is dat overduidelijk. Om die reden besloten zij alle vier de opleiding tot verpleegkundige niveau 5 te gaan doen. Met elkaar vormen zij, ondanks de leeftijdsverschillen een hecht groepje. Ze lachen met elkaar en leren van elkaar en dat kun je merken! Voor het Lelie magazine gingen zij met elkaar in gesprek over de veranderingen in de zorg, hun drijfveren om in de zorg te gaan werken en over hun hoop voor de toekomst.

In eigen kracht
Anja heeft ruim veertig jaar ervaring in de zorg. Ze herinnert zich nog goed hoe het vroeger was. “Vroeger was je een goede zuster als je alles voor je cliënten deed. Er werd van je verwacht dat je meeging naar het ziekenhuis en dat je buiten je werktijd om nog langs cliënten ging. Jij bepaalde, vaak samen met de arts, wat het beste was voor de cliënt. En dat werd ook zonder twijfel aangenomen door de cliënten en familie. Dat kun je je nu niet meer voorstellen!”
Die andere rol is volgens Anja en Jenneke een van de grootste veranderingen geweest de afgelopen jaren. Een langzaam maar belangrijk proces. “Vroeger was je dienend aan je cliënt, nu ben je meer dienend aan zijn of haar behoefte.”  En dat is volgens Jenneke alleen maar positief. “Een van mijn cliënten met COPD (longziekte) heeft volledig zelf de regie, ondanks zijn ernstige ziekte. Hij belt zelf met de arts, Googlet hoe dingen zitten, hij houdt alles zelf in de gaten. De cliënt wordt in zijn eigen kracht gezet. En je merkt dat cliënten het zelf ook fijn vinden. Dat vind ik mooi!”

Intieme band
Voor de jongere Carlijn en Ineke is het lastig voor te stellen hoe dat er vroeger aan toe ging. Meegaan naar het ziekenhuis met cliënten, daar is tegenwoordig echt geen tijd voor. Maar Carlijn kan zich wel voorstellen dat de band met cliënten toen meer intiem was. “Ik vind het een uitdaging om een cliënt echt goed te leren kennen en een goede band op te bouwen. Ik wil dat ze zich vertrouwd met mij voelen. Tijdens de zorgmomenten is daar tijd voor en praat ik graag met cliënten.” Ineke is het ermee eens: “Ik zou zo graag meer tijd willen met de cliënten. Soms blijf ik wel eens voor een kopje koffie en dan zie ik de cliënten opbloeien, dan leer je mensen echt kennen!”

Die bijzondere band met de cliënten, dat vinden alle vier de collega’s zo mooi aan hun werk. Wanneer ze erover spreken, beginnen ze te stralen. Carlijn: “Iedere cliënt heeft andere gewoontes en daar moet je je voor openstellen. Pas dan kun je een band met elkaar opbouwen. Het geeft voldoening als je een cliënt tevreden achterlaat.” Anja beaamt: “Mooi hoe je dat zegt Carlijn, je openstellen voor de ander is misschien wel het belangrijkste wat je moet doen als wijkverpleegkundige.” Ook Ineke is het ermee eens: “Je komt in iemands huis, hun omgeving, hun thuis dat is best wel intiem!” Carlijn: “Als iemand je bij de deur staat uit te zwaaien, geeft dat zo’n goed gevoel. Daar doe je het voor, dat maakt mijn dag zinvol.”

Leeftijdsverschil
Ondanks een leeftijdsverschil van 36 jaar tussen de oudste en de jongste van deze vier vrouwen, zijn ze een unieke, hechte groep gelijkwaardige collega’s. Ze kennen elkaars kracht en bewonderen elkaars kwaliteiten. Hoewel ze allemaal in een ander team bij Lelie zorggroep werken, zijn ze door de studie samengekomen en bevriend geraakt. Juist door die verschillen en overeenkomsten, kunnen zij veel van elkaar en hun teamgenoten  leren. Ineke leerde de handige trucs juist dankzij de hulp van een oude rot in het vak. “Iemand wassen die drie keer zo groot is als ik, nou ik moest de eerste keer wel even slikken. Op dat moment kwam er een stevige tante aanlopen en zei: meid, ik zal jou eens laten zien hoe je dat werkt. Dat soort dingen zijn zo waardevol, die leer je niet uit een boek.” Jenneke ziet op haar beurt het persoonlijke inzicht en de flexibiliteit in de jongere collega’s als een kracht: “Jullie zijn nog zo flexibel. Ik was op jullie leeftijd ontzettend bleu en ik durfde weinig in te brengen. Maar jullie maken echt deel uit van het gesprek en hebben een sterke eigen mening. Daar kan ik van leren. Ik vind het mooi om te zien hoe zelfbewust jullie zijn, en hoe waardevol jullie input is. Echt bijzonder!”

Toch weten alle vier de collega’s uit ervaring dat je voor sommige gesprekken of situaties met cliënten wat ouder moet zijn. Anja herinnert zich nog een specifieke situatie: “Toen ik zeventien was, kwam ik over de vloer bij een meneer wiens vrouw overleden was. Ik vond het vreselijk maar ik wist gewoon niet wat ik moest doen. Ervoor zorgen dat iemand zo snel mogelijk stopt met huilen, dat was de oplossing. Nu kom ik bij een meneer van 91 over de vloer wiens vrouw ook net een jaar overleden is. Hij kan soms nog zo ongelofelijk verdrietig zijn, dan huilt hij uit in mijn armen, roken we samen een sigaretje, drinken we een bakkie koffie en dan is het weer goed. Dat is toch prachtig.” Carlijn knikt: “Ik heb iets vergelijkbaars ervaren, bij een cliënt in de laatste fase van zijn leven. Achteraf hoorde ik dat de familie bepaalde dingen niet durfde te vragen omdat ik nog zo jong ben. Dat snap ik ook.” Anja reageert op Carlijn: “Je moet je net even wat meer bewijzen maar als je eenmaal een band opgebouwd hebt, dan valt het leeftijdsverschil weg en maakt het niks meer uit!”

Christelijke zorg
Dat de vier wijkverpleegkundigen veel met elkaar in gemeen hebben is overduidelijk. Ze delen enthousiasme voor het vak, passie voor de cliënt en alle vier kozen ze bewust voor werken in de christelijke zorg. Dagelijks merken ze bij de cliënten thuis, hoe belangrijk het is dat hun cliënten konden kiezen voor een christelijke zorgaanbieder. Carlijn komt meteen met een bijzonder voorbeeld “ Laatst vroeg een cliënt of ik met haar kon bidden. Ze kon zelf moeilijk praten en vroeg het daarom aan mij. Nou, dat was wel ontroerend, en dan merk je meteen dat christelijke zorg meerwaarde heeft.” De andere drie zijn het zichtbaar met Carlijn eens. Ineke: “Ik ben er niet alleen om een pleister aan te brengen, ik ben er ook voor gesprekken over het geloof of zingeving, als mensen daar behoefte aan hebben, en dat gebeurt dagelijks.” Jenneke wil zich hardmaken voor het voortbestaan van Lelie zorggroep als christelijke zorgorganisatie. “Cliënten moeten kunnen blijven kiezen voor christelijke zorg, dat vind ik zo belangrijk. Soms lijkt het erop dat de grote organisaties het gaan winnen van de kleinere, maar cliënten merken de meerwaarde en dat is toch het allerbelangrijkst.” Anja: “Ik ben zelf niet gelovig, maar het respect dat er voor elkaar is, voor zowel als cliënten en als collega’s  binnen de organisatie, dat maakt het verschil. En ik hoop dat we dat met elkaar kunnen vasthouden, ook voor de toekomst.” Bijzonder is het om te zien dat vier vrouwen met drie verschillende merknamen gestikt op hun uniform één duidelijke mening hebben: christelijke zorg moet blijven en heeft meerwaarde.

Hoop voor de toekomst
Gevraagd naar hun hoop voor de toekomst is er in ieder geval één gezamenlijk streven: het diploma halen! Ook hopen ze allemaal nog lang met veel plezier hun werk te doen in de zorg. Anja: “Dit is het allermooiste vak wat je kunt kiezen, en als ik dit nog tien jaar mag doen. Dan heb ik precies vijftig jaar in de zorg gewerkt.” Ineke is het ermee eens: “Dit is wat ik altijd al heb gewild, als klein meisje kwam ik al met mijn opa in verpleeghuis De Burcht om maaltijden rond te brengen. Toen kwam ik voor het eerst bij mensen thuis en kreeg vaak snoepjes mee. Prachtig vond ik het! Wat ik toen als klein meisje om een andere reden had, heb ik nu nog steeds. Na mijn eerste werkdag in de thuiszorg wist ik het: dit is het voor mij! En dat hoop ik nog lang te doen.” Carlijn en Jenneke zijn het ermee eens. Samen komen ze tot een conclusie: wijkverpleegkundige zijn is het mooiste vak dat er is.

 

Afstudeerproject
De keuze om als medewerker van Lelie zorggroep verpleegkunde niveau 5 te gaan studeren, bracht de vier vrouwen samen. Ze kwamen elkaar tegen op school en vormden een groepje collega’s van Lelie zorggroep. Ze lopen in de praktijk tegen lastige zaken aan, en besloten met elkaar het afstudeerproject te richten op de multidisciplinaire rol van de wijkverpleegkundige. Jenneke legt uit: “Wij zijn als wijkverpleegkundigen echt de spil in de wijk. Wij kennen de cliënten goed en weten wat er nodig is. Maar we krijgen niet altijd de kans om die coördinerende rol in hun zorg te pakken. En daar willen we ons hard voor maken, we willen meer zichtbaar en bekend zijn. Bijvoorbeeld voor de huisarts en anderen die betrokken zijn bij de zorg voor onze cliënten.”

 

Dit interview komt uit het Lelie magazine dat in december 2017 verscheen.
Klik hier om door dit Lelie magazine te bladeren.
Klik hier om het meest recente Lelie magazine gratis aan te vragen.

 

 

 

Zorg verdient waardering

www.leliezorggroep.nl

Waardeer mij

0900 22 44 777

Vragen? Advies nodig?

Neem dan contact op met een van onze adviseurs.